Bijenwerk 2017 maart/april

 

Download dit artikel als PDF 

 

Checklist 
15 maart - 15 april

  Voorjaarscontrole uitvoeren
  Bouwraam plaatsen
  Kersen in  bloei: Honingkamer plaatsen
  1e Broedkamer bijna vol: 2e plaatsen.
Het voorjaar staat in de startblokken. Overal staan de krokussen en de vroege wilgen in bloei. Geïnteresseerd in andere voorjaarsbloeiers? Kijk eens op www.honigmacher.de  Alle drachtplanten worden hier per bloeiperiode met hun bijzonderheden vermeld.

 

 

 

Verder in deze editie van Bijenwerk:

 

Vroege voorjaarscontrole

De eerste controle is voor iedere imker jaarlijks een feestje. Het moment dat de temperatuur boven de vijftien graden komt, zorgt ervoor dat de bijen volop vliegen. Als het goed is, komt er al veel stuifmeel van de voorjaarsbloeiers binnen.

Deze  controle is met name gericht op de toestand van hare majesteit de koningin en op de omvang van de voedselvoorraad. Terloops nemen we de grootte van het broednest, de omvang van het volk en de toestand van de kantramen mee in onze waarneming. Het hele broednest moet zeker niet overhoop gehaald worden. Hoe gaan we te werk? Houd rekening met het verschil van 20 graden tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van het broednest. Werk daarom met twee doeken op de toplatten, zodat alleen de plaats waar gewerkt wordt vrij is en de rest van de kast grotendeels afgesloten blijft. Neem eerst een kantraam uit en plaats deze eventueel met opzittende bijen tegen de zij- of voorkant van de kast. Door er altijd een gewoonte van te maken om het kantraam er als eerste uit te halen, voorkom je dat je de moer kwetst. Je maakt hiermee ruimte om volgende ramen uit te nemen. De moer zit vrijwel nooit op het kantraam.

Mocht het buitenste raam beschimmeld zijn, vervang het dan door kunstraat of een bouwraam. De buitenste ramen moeten nog voldoende wintervoer bevatten. Indien aan beide kanten van het broednest in totaal nog zo’n twee of drie volle voerramen aanwezig zijn, dan is dit voldoende voor de komende maand.  

Meer dan drie voerramen kunnen de uitbreiding van het broednest de komende tijd in de weg staan en zullen de zwermdrift voortijdig aanwakkeren. Neem dus overbodige voerramen weg en vervang ze door uitgebouwde raat en/of kunstraat. Zodra je het eerste raam met broed tegenkomt, is meestal direct zichtbaar of er mooi vlak gesloten broed aanwezig is. Je kunt ook via de open ruimte vanwege het uitgenomen raam een blik in de kast werpen op het volgende raam. Zie je vlak gesloten broed dan is de koningin goed de winter doorgekomen en kun je de controle aan deze kant van de kast beëindigen. Check tevens ook het andere kantraam op schimmel en vervang deze eventueel. De plaats voor kunstraat is altijd direct naast het broednest en altijd met maximaal één raampje per kant van het broednest.

Mocht je in maart minder dan twee ramen wintervoer aantreffen, schroom dan niet en plaats een raam voer uit een andere kast. Mocht je die niet hebben, plaats dan een 2,5 kilopak suikerdeeg op het voergat. In april is er in de regel voldoende dracht om de voedselvoorraden door de bijen zelf aan te vullen. De voorraad moet altijd tenminste zes kilo zijn.

Bultbroed?

Mocht het broed er bij je eerste voorjaarscontrole toch niet vlak en aaneengesloten uitzien, dan is nader onderzoek noodzakelijk. Je hebt te maken met bultbroed, ofwel darrenbroed. De meest voor de hand liggende reden is een te late of te vroege moerwisseling of een oude moer met een lege spermablaas. Zekerheid over de oorzaak is alleen te traceren, indien je vorig jaar de moeren gemerkt en/of geknipt hebt. Dan weet je of je met de oorspronkelijke moer te maken hebt of niet.

De enige oplossing voor een darrenbroedige moer is haar te vervangen. De moer is meestal makkelijk te vinden vanwege de geringe bezetting van de bijen aan het eind van de winter. Je kunt de moer vervangen door een reservemoer in te voeren via een kluisje met suikerdeeg of het volkje verenigen met een reservevolk.

Uitwintering

Gezonde volken met jonge koninginnen zullen met gemak de winter overleven.Is de winter voor onze bijen een rustperiode of een stressvolle overlevingsperiode? Veel zal afhangen van de gezondheid van de bijenvolken. Gezonde volken met jonge koninginnen zullen de winter met gemak overleven. Echter bij een hoge virusdruk kunnen ze het moeilijk hebben en ternauwernood het voorjaar halen.

We zijn benieuwd naar de uitwintering van je volken. Laat het ons weten via de zeer beknopte enquête op de homepage van de NBV. De laatste stand zullen we  vermelden via de NBV homepage.

In dit  BijenBlogbericht zie je de verschillen tussen de volksgrootte in november 2016 en maart 2017.

Zwakke volken?

Volken, die met 2, 3 of 4 straatjes zwak, maar gezond de winter uitkomen, kunnen beter verenigd worden met andere gezonde zwakke of middelmatige volken. Doe je niets dan blijft het tobben.  Zwakke volken leveren zeker geen voorjaarshoning op. Een zwak en een matig volk  samen vormt vaak weer een sterk volk dat wel van de voorjaarsdracht kan profiteren.

Een andere mogelijkheid is het zwakkere volk gedurende 4 weken bovenop een sterk naburig volk zetten. Neem de bodem weg van het zwakke volk en plaats het zwakke volk bovenop het sterke volk. Scheid de beide volken door een moerrooster. Het zwakke volk zal profiteren van de broedwarmte en de bijen van het onderste volk. Zeer incidenteel zal één van de moeren opgeruimd worden. Let daar op. Na 4 weken worden beide volken weer gescheiden. De zwakste van de twee krijgt de standplaats en derhalve de vliegbijen.

Zelfonderzoek kwaliteit kunstraatDoe de controletest met kunstraat waarbij het vermoeden bestaat dat het uit vervuilde bijenwas vervaardigd is..

Mocht je twijfels hebben over de kwaliteit van je aangeschafte kunstraat (door de Belgische lezers wastafels genoemd), doe dan zo snel mogelijk de onderstaande proef. Het geeft je na twee weken zekerheid over de kwaliteit van je kunstraat. Prepareer een raam met een vel verdachte kunstraat op de manier zoals afgebeeld in bijgaande foto en plaats dit raam in je sterkste volk midden in het broednest.

Door je sterkste volk te gebruiken, weet je dat het raam inclusief de openingen snel uitgebouwd en belegd zal worden met werksterbroed. Vanaf twee weken na het inhangen, moet er gesloten broed zichtbaar zijn. Mocht de
mate van hagelschot tussen de vensters natuurraat en kunstraat verschillen dan kan er sprake zijn van sjoemelwas. Zie je naast de dichtgebouwde vensters hagelschot met slechts 10% gesloten broed en is er in de
vensters met nieuwe natuurraat geen hagelschot te zien, dan is er zeker sprake van sjoemelwas. Het lijkt dat de mate van bijmenging in de was met andere vetten of belasting met andere stoffen bepalend is voor de mate van hagelschot. Bemerk je hagelschot meld je dan aan via de meldbutton. Mocht je dit al gedaan hebben, stuur dan een foto in van de betreffende raat met hagelschot via het meldpunt op de NBV-homepage. Bewaar de betreffende kunstraat en probeer deze om te ruilen bij je leverancier.

De eerste klap is een daalder waard: het bouwraam

Het bouwraam in het voorjaar dient voor het wegvangen van nog aanwezige varroamijten. Op de juiste plaats in het volk wordt het makkelijk uitgebouwd. Op de foto is een HK formaat raam gebruikt waaronder het volk de ruimte opvulde met darrenraat.Zodra het broednest tot ontwikkeling komt, zullen de varroamijten hiervan profiteren. Het broednest wordt ook hun kraamkamer. De bijen faciliteren de succesvolle voortplanting van de mijten door de aanzet van darrenbroed. Wees de mijten een stap voor en plaats direct bij de vroege voorjaarscontrole je eerste bouwraam. Plaats dit raam altijd in de bovenste broedkamer op positie 2 of 9, dat geeft de beste resultaten. Vergeet vooral niet het gesloten darrenbroed tijdig te verwijderen, anders ben je mijten aan het kweken. Met gemiddeld twee weken kun je de gesloten darrenraat meestal al uitsnijden.

Herhaal dit proces minimaal drie keer achter elkaar.  De mijtenontwikkeling wordt hierdoor met een kalendermaand vertraagd. Met een maandelijkse verdubbeling van de mijtenpopulatie kan dit in juli/augustus duizenden mijten schelen. Wist je dat vooral in zwakke volken de mijtenreproductie enorm kan excelleren vanwege de te lage broednesttemperatuur?

Andere bestrijdingsmethoden dan het bouwraam hebben in het voorjaar geen zin: de mijten zitten namelijk voor 80 tot 90% in het bijenbroed verstopt. Om die reden heeft het snijden van darrenraat uit het bouwraam juist wel zin. 

Blijf de zwermdrift een stap voor

Zwermdrift hoort bij het natuurlijke gedrag van bijenvolken. Toch kan de imker het tempo waarin de zwermdrift zich ontwikkelt beïnvloeden.

  • Volken die altijd in de volle zon staan, zullen eerder zwermdrift ontwikkelen.
  • Volken die te weinig kastruimte krijgen om zich gestaag verder te kunnen ontwikkelen, zullen eerder het stadium van overbevolking ervaren.

Overbevolking interpreteren bijenvolken als een geschikt moment om nakomelingen te krijgen, zich te splitsen. Zodra de vlam in de pan slaat, is er geen houden meer aan. Soms kan een plotseling opkomende dracht de bijen doen afzien van het zwermen. Dit is het uitdagende van de natuur, de bijen passen zich heel gemakkelijk aan. Is er dracht dan gooien ze het roer om en ‘vergeten’ de zwermplannen. Is er niets te doen, dan zitten ze elkaar in de weg in de kast en ontstaat er tijd en aandacht voor het toekomstige nageslacht.

Tijdig ruimte geven vertraagt de zwermplannen.  Te laat ruimte bieden, betekent vaak onherroepelijk zwermdrift. Zodra het volk groeit naar een bijna volledige bezetting van tien broedkamerramen moet er extra ruimte geboden worden. Dit kan op twee manieren. Het beste is om beide manieren tegelijk toe te passen.

  1. Geef de volken zodra ze bijna tien ramen bezetten een extra broedkamer. Dit mag een halve of hele kamer zijn. Plaats een hele kamer onder en een halve kamer boven of onder. Het warmteverlies door opstijgende warmte is bij een halve kamer veel minder. De bak mag gevuld zijn met kunstraat. Het plaatsen van twee of drie uitgebouwde ramen in het midden bevordert het snel in gebruik nemen van de bak.  Een broedbak onder plaatsen kun je in principe nooit te vroeg doen. Een broedbak boven plaatsen echter wel. De verschillen van mening over het onder of boven plaatsen bij simplexkasten lopen nog steeds uiteen. Voor het bovenstaande betoog om de nieuwe bak vooral onder te plaatsen, verwijzen we naar het onderstaande You Tube filmpje van Dr. Liebig. Hij plaatst de tweede bak ook onder. 

  2. Een andere manier om de volken de ruimte te geven, is het plaatsen van één of meer honingbakken. Doe dit vooral zodra er sprake is van een opkomende voorjaarsdracht en er mooi weer in de voorspelling zit. Doe dit zeker vóór de kersen in bloei komen en alleen als  het volk bijna tien ramen bezet in de broedkamer. Het verschaft de koningin ruimte in het broednest, doordat de nectar boven het broednest opgeslagen kan worden. Gebruik bij voorkeur bij de eerste honingbak van het seizoen uitsluitend uitgebouwde raat. Desnoods aan de zijkanten aangevuld met kunstraat. De tweede bak dient geplaatst te worden zodra de eerste bak 50% gevuld is (niet wachten op verzegelen!!). De tweede bak mag wel volledig voorzien zijn van kunstraat. Plaats altijd tegelijk met de eerste honingbak een moerrooster, tenzij de eerste honingbak vol zit met kunstraat. Plaats dan de bak gedurende een week zonder rooster. Zodra de bijen aan het werk zijn met uitbouwen dien je alsnog het rooster te plaatsen.

In de volgende Bijenwerk uitgave meer over het verhelpen van de zwermdrift.

Het gebruik van 1,5 of 2 broedkamers

Dadantkasten hebben vele voordelen ten opzichte van simplex- of spaarkasten. Eén van de voordelen is dat kan worden volstaan met één broedbak. Door middel van een scheidingswand kan het aantal broedkamerramen worden uitgebreid of verminderd en zo ontstaat een broedruimte die zich laat aanpassen aan de kwaliteiten van het ras en de koningin. Bij het maximale aantal broedkamerramen van twaalf is het raatoppervlak overeenkomstig twee volle simplex broedkamers.

Voor koninginnen van bastaardbijen zijn twee broedkamers vaak te veel van het goede. Gebruik je toch twee broedkamers, dan komt de honingopbrengst vaak terecht in de bovenste broedkamer en vormt de rand honing een belemmering om gebruik te maken van de honingkamer.

Bij bastaardrassen is daarom het gebruik van 1,5 broedkamer aan te bevelen. Deze verschaft de gemiddelde koningin meer dan voldoende ruimte om haar broednest op te bouwen. Indien je de tweede halve kamer onder plaatst, kun je in de aanloop naar de zwermperiode op een eenvoudige wijze slechts een beperkt aantal ramen uit de broedkamer controleren op de aanwezigheid van belegde zwermcellen. Tref je die niet aan op de eerste vier gecontroleerde ramen, dan is de kans dat er wel rijpe doppen op de andere ramen voorkomen erg klein. De kast kan weer dicht en de verstoring (stress) voor de bijen is beperkt gebleven. Tref je wel belegde cellen aan, dan zul je alle ramen moeten controleren, dus ook in de onderbak.

Maak je gebruik van vruchtbare rassen als Buckfast of Carnica dan kun je overwegen om twee volledige broedkamers in te zetten. Echter bij deze rassen kun je ook ruimte verschaffen in de vorm van meerdere honingkamers. Neem ook vooral volle stuifmeelramen weg uit het broednest, deze bevorderen de zwermdrift en beperken de koningin in haar behoefte om het broednest uit te breiden. De uitgenomen stuifmeelramen zijn bijzonder waardevol om later in het jaar te gebruiken. Stuifmeelramen kun je het beste in de diepvries bewaren.

Ben je nog geen NBV-Bijenblog volger?

Met het Bijenblog volg je de ontwikkelingen in de bijenvolken op de voet. Weer en dracht maken ieder imkerjaar weer anders. Geïnteresseerd in Imkerobservaties of actuele tips van hobbyimker en docent bijenteelt Ben Som de Cerff?

Meld je aan als volger van het BIJENBLOG.