Bijenwerk 2014 juli/augustus
In deze uitgave van BIJENWERK aandacht voor:
- zomerdracht dit jaar super vroeg;
- gesloten doppen? geen paniek;
- doppen in vele maten en soorten;
- nazwermen bundelen?
- raatbouw, varroabestrijding en jonge koninginnen de basis voor vitale volken;
- vroeg voorjaar > vroege varroabehandeling?
- bijen dragen bij tot diversiteit;
Vorig jaar te laat, dit jaar te vroeg
Bij het begin van de zomer van 2013 (21 juni) bloeide de acacia (Robinia pseudoacacia) volop. Dit jaar bloeiden eind juni de lindebomen al volop. Bij het verschijnen van deze editie van Bijenwerk is de linde- en tamme kastanjedracht achter de rug en konden we de uitstekend te noemen zomeroogst zeer vroeg afsluiten. De zilverlinde was de hekkensluiter.
Het vroege einde van de zomerdracht biedt ons wel de mogelijkheid om de zomerbestrijding van de varroamijten vroeg in te zetten, maar daarover verderop meer.
We kunnen in ieder geval op dit jaar terug zien als een zeer geslaagd honingjaar, zowel voorjaars- als zomerhoning was er volop te oogsten.
Gesloten doppen? Geen paniek
Komt u 2 of 3 gesloten doppen tegen, wees dan niet ongerust. Uw moer wordt stilletjes vervangen. Stilletjes wil zeggen, zonder dat er een zwerm afkomt.
Zodra de moer door de bijen voor haar taken ongeschikt wordt geacht, worden er enkele doppen gebouwd. Het aantal is zeer beperkt (tot ca 3 doppen) en vaak worden ze midden op het raam aangetroffen. Maar andere plaatsen zijn ook mogelijk. Dit verschijnsel komt zowel voor bij oude moeren als bij jonge moeren. Oude moeren met een gebrek worden het hele jaar door gewisseld, waarbij het vroege voorjaar en de late nazomer (september en oktober) soms tot bevruchtingsproblemen van de jonge moer kunnen leiden. In de andere maanden is er niets aan de hand, ook in augustus en september zijn er vaak nog voldoende darren op de been om uw jonge moeren te bevruchten. Bij jonge moeren, zie je stille moerwisseling doppen ontstaan zodra ze hun eerste cyclus met eitjes leggen achter de rug hebben. De bijen stellen een defect vast en vervangen op een stille wijze (nogmaals: er wordt namelijk niet gezwermd!) de vorige moer door een jonge moer.
Dit verschijnsel doet zich echter ook voor bij de introductie van een moer van een ander ras dan uw huidige bijen zijn. In dit geval (bij de introductie van een jonge F1 moer) moeten de doppen wel weg genomen worden. Het verschijnsel van het aanzetten van doppen, vanwege het feit dat de bijen deze andere moer afkeuren, gaat over zodra de jonge bijen van de ingevoerde moer de meerderheid krijgen.
Om een stille moerwisseling te kunnen vaststellen is het raadzaam uw moeren altijd te merken, zodra ze aan de leg zijn. Het wisselen van moeren komt vaker voor dan menig imker denkt!
Vooral in de komende weken, maar ook in het vroege voorjaar, worden er regelmatig moeren gewisseld. Alleen door te merken, kunt u de stille moerwisseling opmerken!
Doppen in vele maten en soorten
Naast stille moerwisseling doppen kennen we nog redcellen, zwermcellen en speeldopjes. We hebben ze in het afgelopen seizoen allemaal langs zien komen. De speeldopjes ontstaan al in april, ze zijn volkomen onschuldig en kunnen ook blijven staan. Het zijn vergrote cellen aan de randen van de raten, soms in een holte op de raat. Zolang ze niet belegd zijn, is er absoluut geen sprake van zwermdrift.
Zwermcellen
Zodra de speeldopjes belegd worden, kunnen we spreken van zwermcellen. Soms wordt dit proces niet afgemaakt en worden de eitjes geruimd. Een plotseling opkomende dracht doet de bijen soms besluiten zich te richten op het binnenhalen van de dracht. Een plotselinge weersomslag naar slecht weer, waarbij het dringen wordt in de bijenwoning, kan ze doen besluiten juist de zwermdrift volledig te benutten. Vaak leidt dit tot de verzorging van vele tientallen zwermcellen.
Maak een veger of vlieger of zet het volk op één gesloten dop, hiermee krijgt u het superorganisme weer in het gareel. Bent u vaak in de buurt van de bijen, dan kan een zwerm een wonderlijke ervaring zijn en een prachtig nieuw volk opleveren!
Hier strijkt een nazwerm neer in een fruitboom: http://youtu.be/1HdydADJE88
Een zwermdriftig volk geeft soms in augustus voor de derde keer een voorzwerm. Het is dus niet uitgesloten dat u tijdens de heidedracht nog een zwerm tegenkomt. Deze derde zwerm wordt onder de korfimkers de Keizerzwerm genoemd. Overigens wordt de tweede zwerm de Maagdenzwerm genoemd.
Wilt u meer weten over de traditionele korfimkerij, bekijk dan eens alle zeven delen van deze fantastische video. De eerste video vindt u op You tube: http://youtu.be/nieKSA9tXnE. Na openen zijn de andere delen ook eenvoudig te vinden.
Nazwermen bundelen
Bij het niet tijdig breken van de zwermcellen kunt u nazwermen verwachten. Vaak treft u meerdere jonge moeren aan in de nazwerm(en). Deze hangen in gescheiden trossen aan een tak.
Verzamel ze in een korf en sla de korf 's avonds af in een schone kast. De jonge moeren zullen onderling de strijd aangaan. De volgende morgen is de rust weer gekeerd en gaan de bijen aan de slag met raatbouw.
Redcellen
Heeft u de pech, dat u via een onhandige beweging van uw raampjes, de moer dood drukt of haar in het gras naast de kast laat vallen, dan zullen de bijen dit voorval snel proberen te herstellen. Het gebrek aan feromonen zet de bijen onmiddellijk aan het werk, bestaande werksterlarfjes worden gepromoveerd tot prinsessenlarven. De werkstercellen worden omgebouwd tot moerdoppen. Voor de zekerheid bouwen de bijen vaak vele tientallen redcellen. Breng het aantal redcellen op de negende dag na het verlies van de moer terug tot één of voer op die dag na het wegbreken een jonge onbevruchte moer in.
Raatbouw, varroabestrijding en jonge moeren de basis voor vitale volken
Een goede uitwintering is van veel factoren afhankelijk, graag zetten we de belangrijkste nog een keer op een rijtje:
- jonge moersvolken hebben een veel grotere kans om de winter goed te overleven. Ze leggen vaak langer door, vaak tot in september, terwijl de overjarige moeren al na de zomerzonnewende op 21 juni hun eiproductie verkleinen. Ze bouwen dus sterkere wintervolken op;
- veel raatvernieuwing (op de onderstaande foto een impressie uit een Top Bar Hive) heeft belangrijke voordelen. Raatvernieuwing komt met name de gezondheid van de broedontwikkeling ten goede. Varroamijten en bijenlarven laten steeds hun uitwerpselen achter in de broedcellen. Met raatvernieuwing reduceren we de druk van virussen en bacteriën.
- Varroabestrijding vormt een essentieel onderdeel van onze bedrijfsmethode. Bij de toepassing van het 3 gangen menu past u drie verschillende methoden toe op drie verschillende momenten in het bijenseizoen. Iedere behandeling is in samenhang met de andere behandelingen belangrijk.
- De bouwraammethode zorgt voor een bijna halvering van uw populatie varroamijten in het voorjaar;
- De zomerbehandeling, uitgevoerd in juli, zorgt er voor dat uw lang levende winterbijen gezond ter wereld kunnen komen; een duidelijke instructievideo voor Thymovar is te vinden via deze hyperlink: http://youtu.be/_USjxN6hr_k. Voor het gebruik van Apiguard vindt u via deze hyperlink meer informatie: http://youtu.be/3RGSp3VEeAg
- De oxaalzuurbehandeling in december zorgt er voor dat de herbesmetting met mijten vanuit andere besmette volken opgedaan in de herfst weer teniet gedaan wordt. Daarnaast repareert de december behandeling een eventueel niet effectief uitgevoerde zomerbehandeling.
Vroeg voorjaar > vroege varroabestrijding
Het vroege voorjaar heeft de bijenvolken snel doen groeien. De snelle ontwikkeling van de broednesten heeft een snelle ontwikkeling van de mijten populatie zeker niet in de weg gestaan. Toch is niet het voorjaar, maar vooral de nazomer de kritische periode in de ontwikkeling van het bijenvolk.
- Het broednest van de productievolken neemt na de langste dag (21 juni) in omvang af, terwijl de absolute aantallen mijten en de daarmee gepaard gaande virussen zonder ingrepen van de imker explosief stijgt.
- Zorg dat de generatie bijen, die de langlevende winterbijen moet opkweken, vooral vroeg verschoond wordt van hun plaaggeesten. De bestrijding van de mijten verlaagt tevens de virusdruk. Zowel broed als bijen varen hier wel bij.
- Een ander belangrijk facet vorm de voeding in de maanden juli en augustus. In deze periode begint de vorming van de langlevende winterbijen, Zorg dat het uw bijen aan niets ontbreekt. Vaak wordt na de afname van de zomerhoning vergeten bij te voeren. Zorg dat uw volken met minimaal 6 tot 8 kilo honingvoorraad in de broedkamers achter blijven. Is dat niet het geval, geef ze dan een 6 l voerbak gevuld met suikerwateroplossing.
- Ga aansluitend de varroamijten behandelen.
- Leg bij het gebruik van tijmolie producten de middelen niet in de directe omgeving van het voergat. De bijen zullen die omgeving mijden.
- Gebruikt u de Liebig dispenser, let dan vooral op alle variabelen, zoals het aantal broedkamers, de periode van behandeling en de voorspelde buitentemperaturen. Deze factoren bepalen de dosering en de omvang van uw verdampingspapier. Afwijkingen voor het voorschrift kunnen fatale gevolgen hebben voor uw bijenvolken!
Bijen dragen bij tot diversiteit
Bijenkolonies worden o.a. bedreigd door eenzijdige voeding of door een gebrek aan voeding. Bijen leveren daarentegen een enorme bijdrage aan de instandhouding en vergroting van de biodiversiteit.
Bijen verplaatsen triljarden pollen van plant naar plant en slaan een deel van het enorme overschot op in het raten om in het vroege voorjaar, indien er nog geen vers stuifmeel voorhanden is, deze aan te spreken. Ze activeren hiermee in februari en maart hun voedersapklieren, zodat er jonge bijen klaar staan, zodra de voorjaarsbloemen weer vragen om bestuiving.
Deze bestuivingdiensten worden gratis uitgevoerd en hebben een enorme spin-off. De bestuiving houdt indirect alle zaad- en vruchtenetende vogels in stand. Daarnaast is
zaadvorming, zeker in decennia en eeuwen van klimaatsverandering belangrijk voor de evolutie van planten. Door middel van zaadvorming kunnen planten verhuizen en zich aanpassen aan de klimatologische veranderingen.
Een wonderbaarlijk natuurverschijnsel waarin onze bijen een enorme bijdrage leveren. Bijen hebben biodiversiteit nodig, maar de bestuivingdiensten bevorderen de biodiversiteit via de verspreiding van zaden. Is het te veel gevraagd aan boeren en burgers om iets terug te doen voor de instandhouding van de bijen? Ze zijn het dubbel en dwars waard!