Bijenwerk 2014 januari/februari

 

Download dit artikel als PDF-bestandBegin januari stond de gaspeldoorn (Ulex europaeus) volop in bloei.

 

In deze bijdrage aandacht voor:

 

Op 25 november waren - dankzij de uitblijvende vorst - nog steeds veel bomen getooid met een kruin vol bladeren. Dat duurde echter niet lang. De tweede winterstorm van dit jaar op pakjesavond voltooide de winterverstilling, de bomen waren plotseling kaal. Een rustperiode van 4 maanden breekt aan voor de bomen. Gelukkig is de winterperiode voor ons als imker wat korter. In december mogen we nog aan de slag met oxaalzuur.

Op 9 en 10 december 2013 bereikte de temperatuur nog keertje de tien graden grens, met als gevolg rondvliegende bijen, die de eerste dode bijen konden opruimen. Daarna werd het even kouder, maar het kwakkelende weer hield aan, met als voorlopige hoogtepunt 6 en 7 januari 2014. De bijen vlogen bij 11 tot 15 graden volop en konden weer voorjaarsschoonmaak houden. Het zou beter zijn, indien de bijen zich voor langere tijd terug konden trekken op de wintertros.  

Uitgaven als Imkernieuws bestaan uiteraard ook in het buitenland. In deze bijdrage hebben we ook nieuws overgenomen uit Duitsland en Amerika. Het Amerikaanse bulletin bestaat al sinds 1861 en wordt tegenwoordig als 'Global digital News' uitgegeven. 

Duitse voorspelling wintersterfte: gematigd positief

In Duitsland wordt ieder jaar onder de imkers in november een enquête gehouden over de sterfte in de afgelopen herfstperiode. Op basis van dezelfde enquête over voorgaande jaren lijkt er een duidelijk verband te bestaan tussen vroegtijdige herfstverliezen en de uiteindelijke totale wintersterfte. Indien dit beeld zich dit jaar ook voordoet, dan lijkt het geen toeval te zijn.  

Deze digitale enquête, die overigens ook toegankelijk is voor Nederlandse imkers, wordt gehouden door het
Dienstencentrum voor Bijen in Rheinland-Pfalz

jaar herfststerfte wintersterfte
2011 10,5% 21,5%
2012 4,1% 15,3%
2013 3,1% ?

Toelichting tabel - In Nederland lagen de wintersterfte cijfers voor 2011 en 2012 op hetzelfde niveau als in Duitsland. Voorlopig is het actuele herfstverlies in Duitsland van 3,1% de laagste score van de afgelopen 3 jaar. Op basis van de voorgaande jaren verwacht men op een winterverlies van 10 tot 15% uit te komen.

 

 

 

 

 

 

Tips voor december/januari uit het American Bee Journal (ABJ)

In het ABJ van 6 december 2013 werden de onderstaande tips en adviezen aan imkers verstrekt. Ze zijn merendeels ook op ons van toepassing. Vrij vertaald luiden ze als volgt:

  • verleng je lidmaatschap van de bijenvereniging (geldt bij ons zeker voor alle cursisten van de basisopleiding);
  • maak je uitgestelde voornemens af: vlieggatverkleiners plaatsen, volken verenigen, bijvoeren van te licht bevonden volken (hebben wij al lang achter de rug);
  • monitor het vlieggedrag van de bijen op relatief warmere dagen en controleer op wintersterfte;
  • leg een steen of een kei op de bijenkasten om het afwaaien van daken tijdens winterstormen te voorkomen (dit advies komt voor sommige van ons te laat!);
  • hou het gewicht van iedere kast in de gaten door de achterkant te liften (bij ons speelt dat met name eind februari/begin maart)
  • denk in de december maand ook aan uw vrienden of naasten, die u vaak helpen bij uw bijen hobby, geef ze eens een flacon honing cadeau;
  • hou de ingang van uw kasten sneeuwvrij in verband met reinigingsvluchten (bij ons pas relevant in februari of bij stijgende temperaturen);
  • maak eens wat crèmehoning met kaneel en pecannoten,  jammie!
  • winterrust: neem de tijd om na te denken over de benodigde imkermaterialen voor komend jaar, een nieuwe bijenkast voor onder de kerstboom?   

 

Wel of geen oxaalzuurbehandeling uitgevoerd?

Deze behandeling bepaalt niet of uw bijenvolken het voorjaar van 2014 gaan halen, maar mogelijk wel of ze het voorjaar van 2015 zullen halen. Het hoe en waarom?

Laten we ervan uit gaan, dat u tijdig dat wil zeggen eind juli/begin augustus uw zomerbehandeling hebt uitgevoerd. U heeft zich keurig aan de voorschriften gehouden en Thymovar of Apiguard tweemaal als blokbehandeling toegepast. Of mocht u mierenzuur gebruikt hebben, dan was de dosering, de sterkte en de omvang van het verdampingspapier goed toegepast. Het weer werkte mee. Relatieve luchtvochtigheid en temperatuur spelen namelijk ook een belangrijke rol.

Ondanks dat alles mee gezeten heeft, kan er toch een herinvasie van varroamijten in de nazomer en herfst optreden. Enige honderden herintredende mijten kunnen uw gedegen bestrijding verpesten. Het gevolg is dat er in november meer dan 1 mijt per dag valt! 

Om uw volken te behoeden voor een explosieve mijtontwikkeling in het komende jaar, dient u er voor te zorgen dat de aantallen mijten in de winter terug gebracht worden tot een minimum van enkele en een maximum van enige tientallen mijten.

Om die reden is de oxaalzuurbehandeling in de winter onontbeerlijk. Het creëert een goede basis voor vitale volken voor het komende jaar. U hoeft zich echt niet ongerust te maken over de afkoeling van de bijen bij het openen van de kasten. In de kast 10cm naast de wintertros is het altijd net zo koud als buiten!

Mocht u het nog niet gedaan hebben, doe het dan alsnog! Beter te laat dan helemaal niet.

Voer de druppelmethode uit bij temperaturen van -5 tot 6 graden, de bijen zitten dan met name op de wintertros. Bij hogere temperaturen zitten de bijen losser en kunnen de druppels tussen  de bijen door op de bodem vallen en missen daardoor effect. Bij iets hogere dagtemperaturen is het wellicht raadzaam om 's morgens vroeg te druppelen. De temperatuur is dan in ieder geval lager. Zie ook de video over het toedienen van het oxaalzuur via de druppelmethode

We zouden graag willen weten hoeveel imkers de winterbestrijding wel of niet uitgevoerd hebben. Op de website van de NBV kunt u de digitale enquête (poll) anonieminvullen.   Dus ook graag invullen indien u geen winterbehandeling heeft toegepast.

Wintersterfte

Tijdens de oxaalzuurbehandeling wordt u vaak voor het eerst geconfronteerd met wintersterfte. Komt u onderstaand plaatje tegen, dan weet u zeker dat u te doen hebt met een uit de hand gelopen mijtbesmetting. Het volk is verdwenen of ligt dood op de bodem, er is nog voldoende bijenbrood, honing of wintervoer aanwezig. Er is echter nog broed aanwezig (compensatiegedrag van de moer?), het broed vertoont gaten en er zitten nog niet uitgelopen jonge bijen en poppen in het broed. 

Op deze foto ziet u:

  1. Een open gebeten broedcel
  2. In de uitgelopen cellen kunt u duidelijk de uitwerpselen van de varroamijten herkennen aan de witte korrels;
  3. Een uitlopende dode bij

Vergelijk bovenstaande foto ook eens met de varroabrochure van BIJEN@WUR, u treft daarin dezelfde alarmvlaggen aan.

Mocht u in de afgelopen 3 maanden of tijdens de oxaalzuurbehandeling verdwenen of dode volken hebben aangetroffen, dan verzoeken wij u dat tevens op te geven via de digitale enquête op de NBV-site. Vermeld svp ook daarbij de aantallen ingewinterde volken. 

Mocht u een dood volk op de bodem aantreffen, dan is het voor iedere imker vrij eenvoudig via "de schudmethode" vast te stellen of dit volk mede door een te hoge mijtbesmetting is ten onder gegaan. U neemt een honingpot en vult deze voor 1/4 met dode bijen. Thuis gooit u de bijen op een krant en u telt 200 bijen af, gooit het restant bijen weg en stopt de getelde bijen terug in de honingpot. Normaliter wegen 10 bijen 1 gram, maar in de winter is het gemiddelde gewicht van dode bijen niet helemaal betrouwbaar. Vul de pot voor 2/3 met water en voeg daar een paar druppels afwasmiddel  aan toe. Deksel erop en 3 minuten schudden, vervolgens 5 minuten laten staan, herhaal dit proces nog  eens 3 keer. Giet daarna de inhoud uit op uw dubbele RVS-honingzeef.

Spuit de bijen in de bovenste zeef flink af met een harde straal water. Kijk vervolgens op de onderste fijne zeef, daar blijven de mijten achter. Tel vervolgens de mijten.

Treft u bijvoorbeeld 40 mijten aan, dan heeft een mijtbesmetting van (40/200)* 100 = 20%. Indien het gevonden percentage boven de 10% ligt, mag u aannemen dat de hoge mijtbesmetting direct of indirect de aanleiding was voor het dood gaan van het volk.

Neem bij de constatering van een dood volk nog eens de volgende vragen in overweging

  • was het volk tijdens het inwinteren wel sterk genoeg?
  • nam het volk het voer snel en in voldoende mate op?
  • heeft u een voorjaar-, zomer- en winterbehandeling menu toegepast bij de varroabestrijding?
  • heeft u 50% van de oude raten vervangen door kunstraat?
  • had dit volk een jonge of een overjarige koningin?
  • biedt uw standplaats permanent voldoende nectar en stuifmeel?

 

Mocht u de kasten niet willen openen voor een winterbehandeling of door middel van de oxaalzuur verdampingsmethode de kasten niet behoeven te openen, controleer dan toch even de overleving van uw volken. Leg uw oor te luister tegen de zijkant van de kast, meestal hoort u al een zacht geritsel. Mocht u niets horen, geef dan een tikje tegen de kast. De bijen bruisen kortstondig op. Mocht het geluid langer aanhouden, vaak met een hogere toon, dan zou dat kunnen duiden op moerloosheid van het volk. Maar er een notitie van op de kastkaart en check uw waarneming in het voorjaar, zodra de temperatuur hoog genoeg is om het volk te openen.  

Sluit daarna de kast goed af ter voorkoming van roverij in het voorjaar!

Een toekomst met < 10% wintersterfte?

Zo aan het begin van een nieuw jaar is het goed om over de toekomst na te denken. Onze bijenvolken zijn ons lief en al die extra ingrepen in onze volken ter bestrijding van de mijt stuiten ons vaak tegen de borst.

Het liefst willen naar een duurzame imkerij zonder ingrepen te moeten plegen tegen die vervelende exoten, die de varroamijten feitelijk zijn. We komen er niet meer van af, maar we kunnen misschien wel door teelt en selectie een bijenras voortbrengen, dat zonder hulp van de imker en zonder merkbare schade aan de bijen zich kan handhaven. De eerste voorzichtige stappen naar een varroa-tolerante bij zijn gezet.

Vele onderzoeksgroepen in binnen- en buitenland houden zich hiermee bezig. Dat schept hoop voor de toekomst. In deze wintertijd heeft u misschien tijd om daar eens kennis van te nemen. Mocht u een bijdrage willen leveren, neem dan eens contact op met één van die groepen.

 

Een laatste wintercheck

Controleer de vliegopeningen regelmatig op verstoppingen van dode bijen, verwijder ze zo nodig met een stokje. Zijn de vliegopeningen muizenproof gemaakt? Stro, gras, muizenkeutels en losse bijenvleugels op de schuiflade verraden hun aanwezigheid.

 

  • Met sneeuw bedekte kasten en vliegopeningen vormen geen probleem, het isoleert tegen strenge vorst en laat toch nog lucht door.
  • Staan de kasten iets hellend naar voren, zodat condenswater straks de kast uit kan lopen?
  • Controleer ook nog even de dekplanken. Voelen deze nog droog aan? Soms nemen dekplanken condenswater op en vormen daardoor een koude brug, waardoor het probleem zich verergert. Vervang desnoods deze natte dekplanken door droge en isoleer uw daken aan de binnenkant.

Tenslotte: denkt u nog aan het invullen van de enquête elders in deze website